Een subjectieve wrong aan een eeuwenoud gedicht van Willem Kloos. Een compliment. En eigenlijk best schone poëzie, die ik zomaar in toegeschoven kreeg van een goede vriend. Ik laat het u alvast straks zelf ontdekken. Heden ten dage ontvang ik vooral volgende proza, barstensvol clichés. Dit zou gewoon regelrecht in de spam moeten terechtkomen. Kikkerdril!
Helaas moet ik u meedelen dat wij besloten hebben uw kandidatuur niet verder te behouden. Deze beslissing houdt geenszins een definitief oordeel in omtrent uw capaciteiten en bekwaamheid op professioneel vlak. Het betekent enkel dat uw sollicitatie voor bovenvermelde functie niet voldoende beantwoordde aan het vooropgestelde profiel. Uw kandidatuur wordt in elk geval verder in onze databank behouden. Indien er in de toekomst nieuwe vacatures verschijnen waarvoor uw profiel mogelijks in aanmerking kan komen, dan kan u nog steeds door ons gecontacteerd worden. Wij danken u in elk geval voor uw interesse en wensen u verder succes toe in uw beroepsloopbaan.
Maar goed, we dwalen af. Zoals Willem Kloos plachte te zeggen: "iedere filosoof en mens is een god in het diepst van zijn gedachten". Lijkt me wel wat. De golf der stemmingen waarop we ons vaak met moeite op de surfplank kunnen houden. Denken versus Doen, Verlangen dat vertaald wordt in Frustratie. Kalmte in de Onrust. Of hoe religie, kunst en liefde een driehoeksverhouding zijn. Nou, moest een cursus filosofie me aan een job helpen, waar wacht ik dan nog op. Stroomversnelling misschien...
Sonnet V Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten, En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten. En als een heir van donkerwilde machten Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon: Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten. —En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond Úw overdierb're leên den arm te slaan, En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed En trots en kalme glorie te vergaan Op úwe lippen in een wilden vloed Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond. (Uit: Verzen, 1894)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten